5 darttips van Jeffrey de Zwaan die je een topdarter maken
Hij herinnert het zich nog goed: zijn eerste 180. In een roes van vreugde deelde hij zijn prestatie op het destijds populaire Partyflock – inclusief fotobewijs. Twaalf jaar was hij. ‘Dat vergeet je nooit meer’. Nu toont Jeffrey de Zwaan zich bij de allerbesten. In een gesprek met DartsKing deelt de darter vijf belangrijke darts tips.
5 darts tips van Jeffrey de Zwaan
De 24-jarige pijlenkeiler uit Leidschendam staat momenteel op plek 22 in de PDC Order of Merit. Daarmee is De Zwaan na Michael van Gerwen de beste Nederlandse darter van het moment.
Hoe groeide De Zwaan toe naar de absolute top van de wereld? Hoe trainde hij – en hoe vaak? Wat is in zijn ogen de perfecte werpstijl? En wat is het meest onderschatte onderdeel van het darten? Jeffrey de Zwaan onthult het in zijn dart tips.
Tip 1: Gooi elke dag
“Tussen mijn elfde en twaalfde begon ik thuis met darten. Als ik thuis kwam van school liep ik meteen naar het dartbord. Het darten vond ik zo leuk dat ik elke dag wel een uurtje stond te gooien. Die regelmaat heeft mij vooral ver gebracht. Door veel te trainen en de disclipine te hebben om dat elke dag te doen.
Natuurlijk komt er ook een stuk talent bij kijken. Dat moet ook meezitten. Maar op dat moment was ik niet per se heel talentvol; ik trainde vooral veel. Niet omdat ik al ambities had de top te bereiken, maar omdat ik er plezier in had.
Een trainingspartner had ik in de eerste jaren niet en rond mijn dertiende begon ik met het gooien van toernooien. In dat jaar werd ik meteen Nederlands kampioen bij de aspiranten. Ook door thuis alleen te trainen, kun je jezelf dus goed verbeteren. Welk gemiddelde ik in die periode had? Tussen de 70 en de 80, schat ik.”
Tip 2: Vertrouw op je stijl
“Je prettig voelen bij de manier waarop je de dartpijl vasthoudt en gooit, is de manier waarop jij een goede darter kunt worden. Iedere professionele darter heeft een andere worp, een andere manier van gooien. Daarin bestaat geen goed of fout: je moet je comfortabel voelen.
Je prettig voelen bij de manier waarop je de dartpijl vasthoudt en gooit, is de manier waarop jij een goede darter kunt worden.
Jeffrey de Zwaan
Zelf heb ik een grip waarbij ik alle vijf vingers gebruik; twee op de punt, twee op de barrel en één op de shaft. Maar dat is bij iedere prof anders. Hetzelfde geldt voor het tempo van gooien, daar zit zoveel verschil in. En vanaf het moment dat ik mijn eerste dartpijlen aanraakte, heb ik altijd deze snelheid gehad.
Probeer dus niet te veel de stijl van je favoriete darter te imiteren, maar doe wat voor jou het prettigst voelt. Waarschijnlijk is jouw perfecte stijl de stijl die je had toen je begon met darten. Daar voelde je je het meest comfortabel bij.”
Tip 3: Houd het leuk
“Probeer het spelletje als beginnende darter vooral leuk te houden. Alleen dan lukt het om zo lang en goed mogelijk te gooien. Train bijvoorbeeld niet teveel. Hoeveel ik train? Dagelijks zo’n drie tot vier uur per dag, nu weer samen met Raymond van Barneveld. Voor de beginner raad ik zoveel trainingsuren op een dag niet aan, omdat het darten dan sneller gaat vervelen. Richt je eerder op een uur.
Doe ook de spelvormen die je leuk vindt. Het klassieke 501 is altijd goed. Daar zit alles in: scoren, rekenen, uitgooien. Maak het jezelf verder niet te moeilijk. Op verschillende websites vind je allerlei spelvormen, maar voor sommige spelers zijn veel daarvan te hoog gegrepen. Probeer in plaats daarvan drie pijlen in één vlak te krijgen; pas daarna ga je door naar de volgende. Of mik op een van je favoriete dubbels. Raak je hem, kies je een andere dubbel uit.”
Tip 4: Verander met mate
“Experimenteer af en toe met nieuw materiaal, maar maak daarin niet te grote stappen. Ga niet van een setje pijlen van 23 gram naar 19, zoiets pakt zelden goed uit. Probeer in plaats daarvan pijlen uit die maar iets lichter of zwaarder zijn.
Je kunt ook kiezen om met een andere lengte shaft te gooien. Of gooi eens met een ander type dart flight, zoals de slim flight of het peertje. Overdrijf daarin niet, want het werkt het beste om je in grote lijnen vast te houden aan het materiaal waarmee je vertrouwd bent. Tenzij je Peter Wright heet, haha. Hij vormt daarop echt een uitzondering. Vaak blijkt het materiaal waar je in je beginperiode mee gooide, grotendeels je gouden setup.”
Tip 5: Reken mee
“Rekenen is onwijs belangrijk in het darten, dat wordt onderschat. Zeker in de top is dat cruciaal, waar het niveau de laatste jaren zo hoog is. Het komt dan op kleine dingen aan, zoals dus rekenen. Voor vijftig procent maak je het verschil met rekenen, dertig procent is talent en twintig procent is training.
Als je het rekenen niet goed genoeg beheerst, moet je te veel nadenken. Bijvoorbeeld als je een triple niet raakt die je nodig had om op een bepaalde finish uit te komen. Je gaat dan nadenken en raakt de concentratie kwijt, wat erg vervelend kan zijn.
Voor vijftig procent maak je het verschil met rekenen. Dat wordt onderschat.
Jeffrey de Zwaan
Beter leren rekenen, kan al door naar professionele wedstrijden te kijken. Probeer af en toe echt mee te rekenen en te letten op wat de darters doen. Vroeger keek ik kritisch naar de manier van spelen. Hoe ze bepaalde finishes wegzetten, hoe ze naar een bepaalde dubbel toewerken. Daar heb ik veel van geleerd.
Neem bijvoorbeeld Raymond van Barneveld, die gebruikte heel vaak de Bull. Ik begon mij af te vragen: waarom doet hij dat? Als hij bijvoorbeeld op 201 punten stond en met zijn eerste twee pijlen tachtig gooide, dan ging zijn laatste altijd naar de bull. Toen besefte ik: 96 is een twee darts finish, voor 101 heb je drie pijlen nodig. Zo begin je door te krijgen hoe het spelletje werkt.”
Uitgelichte afbeelding: Door Sven Mandel CC BY-SA 4.0
Reacties
Nee hoor 101 , 104 , 107 en 110 kan je ook in 2 pijlen uitgooien. Alleen is 96 veel makkelijker omdat je geen bull hoeft uit te gooien