Wisselvallig met darten? 4 tips voor meer consistentie
De ene avond smijt je met 100’s en 140’s alsof het niets is – en een dag later kun je geen triple meer vinden. Het is iets waarmee bijna iedere darter worstelt: wisselvalligheid. In dit artikel geven we vier tips voor een betere consistentie bij het darten. Zo haal je constant een hoog niveau als je aan de oche staat.
1. Let op je werpstijl
Als het niet lukt om je niveau te halen, kan dat ‘m in iets kleins zitten. Er zijn veel variabelen die invloed hebben op je scores. Misschien steekt je elleboog iets meer naar buiten toe (bijvoorbeeld door vermoeidheid) – of werp je de pijl met een andere snelheid. Het zijn kleine details die soms voor grote verschillen zorgen.
Tijdens de momenten dat je lekker staat te gooien, is het daarom goed om je bewust te zijn van je houding en techniek. Hoe sta je aan de oche? Wat is de positie van de onderarm? Is je elleboog in één lijn met de arm of wijkt hij af? Waar houd je de pijl vast? Hoeveel kracht steek je in je worp? Als je weet wat de ingrediënten waren voor die magische dartsavond, dan lukt het makkelijker om dat op een andere dag te reproduceren.
2. Houd het simpel
Natuurlijk zijn er darters in het PDC-circuit met een complexe werpstijl – we noemen een Justin Pipe, een Mensur Suljović, een Benito van der Pas. Maar het is veel makkelijker om consistent te gooien als je de beweging eenvoudig houdt.
Dit doe je door te zorgen dat je schouder, elleboog en hand op een lijn zijn, in een hoek van 90 graden. De onderarm houd je zo recht mogelijk ten opzichte van de grond en alleen de onderarm en pols breng je tijdens de worp in beweging.
Als het je lukt om deze beweging te perfectioneren, worden pijlen naast de single 20 tot een minimum beperkt. Je slaagt er dan beter in om constant de twintig te raken – de uitdaging zit vooral in het feit of je hoog genoeg gooit. Hiervoor zijn het moment van loslaten en de snelheid van gooien van belang.
3. Spiergeheugen
Spiergeheugen is het vermogen om de dart op de juiste plaats te krijgen, zonder er over na te denken. Het is een soort ingeslepen neuromotorisch bewegingspatroon. Hierdoor kun je meer vertrouwen op de automatische piloot, wat enorm helpt bij het consistenter gooien.
Gooi regelmatig om je spiergeheugen te trainen. Professionele darters doen dit door tussen de twee á vijf uur per dag te gooien. Zo toegewijd hoef je als amateurdarter niet te zijn, maar het helpt wel om de pijlen elke dag even op te rapen. Met dagelijks een half uurtje darten krijgt je muscle memory al een boost en ben je minder wisselvallig. Het is beter om elke dag kort te gooien, dan één keer per week lang.
4. Materiaal
Ga goed na of de darts waarmee je gooit, de juiste voor je zijn. Let vooral op het dartpijl gewicht. Gooi je de dartpijl relatief zacht naar het bord? Dan kan switchen naar zwaardere darts al tot constantere prestaties leiden – zwaardere pijlen vliegen immers stabieler door de lucht. Zeker als je met relatief lichte darts gooit (23 gram of minder) is het overstappen naar zwaardere darts iets wat je kan overwegen.
Heb je juist een krachtige worp? Dan wil je de dartpijl zo recht mogelijk op je doelwit afvuren, met zo min mogelijk curve. Als de dartpijl aan het eind van de vlucht te veel duikelt, is het het waard om lichtere darts uit te proberen. Hierdoor wordt de vlucht rechter en is het makkelijker om nauwkeuriger en consistent te gooien.