Wie wordt de eerste olympisch kampioen darts?
Wordt het José de Sousa, of misrekent die zich bij de allerlaatste checkout en gaat Michael van Gerwen lopen met het goud? Is de eerste Olympische dartskampioen een grote verrassing, want niemand had gedacht dat Kim Huybrechts hiertoe in staat was? Of zal het allemaal niet zo’n vaart lopen en is de allereerste gouden medaillewinnaar in darts jouw kleinzoon van vijf die nog maar net zijn eerste 180 heeft gegooid?
Column: Erik van Hoorick
Darten: een olympische sport?
Of darts ooit een Olympische sport wordt, is een vraag die ons zowat om de vier jaar bezig houdt, en nu de Spelen over minder dan een week beginnen, willen ook wij even ons licht over het debat laten schijnen. Is het realistisch dat darts ooit een Olympische sport wordt, of is het eigenlijk beter van niet?
In Tokio zijn vanaf volgende week vijf nieuwe Olympische sporten te beleven: honkbal (of softball), karate, skateboarden, klimmen en surfen. Geen van deze vijf sporten komt veel op televisie, geen van deze sporten is een kijkcijferkanon. Natuurlijk gunnen we het deze sporten om opgenomen te worden in het programma, maar toch doet het wenkbrauwen fronsen. Het IOC is met zijn tijd meegegaan op commercieel en economisch vlak, maar niet qua sportontwikkeling. Het is vaak een oubollig en weerbarstig gebeuren, waar de tand des tijds maar moeilijk vat op krijgt. En dikwijls onbegrijpelijk, omdat – laten we eerlijk wezen – het toch om de vier jaar meer en meer gaat om geld: opbrengsten, tv-rechten, merchandising, sponsoring, tickets, enzomeer.
Al eens gekeken naar het fysiek van een kogelslingeraar, worstelaar of gewichtheffer?
Er staan veel traditionele sporten op het programma, die buiten deze twee weken vier jaar lang zo goed als geen exposure hebben. Enkele voorbeelden: boogschieten, kanovaren, roeien, gewichtheffen, schermen, tafeltennis, worstelen. De beoefenaars en fans van deze sporten mogen het IOC dus dankbaar zijn dat deze sporten nog steeds op het programma staan. Wat niet wil zeggen dat ze niet afgeschaft kunnen worden. Onder meer cricket, lacrosse, motorbootracen, polo, rugby en touwtrekken zijn niet langer Olympische sporten.
Anderen kwamen erbij, zoals basketbal, kanoën, volleybal, tennis, honkbal, badminton, judo, taekwondo. Dat waren eerst allemaal demonstratiesporten, waarvan sommige wel heel lang moesten wachten om officiële sport te worden. 20 jaar voor badminton en zelfs 80 jaar voor honkbal. Andere demonstratiesporten haalden het nooit. Zo was in 1900 in Parijs brandblussen nog een demonstratiesport. En neen, de Notre Dame werd daarbij toen niet gebruikt.
Je kan je voorstellen dat elke sport met alle middelen vecht voor zijn olympisch leven.
In Seoel 1988 was bowling een demonstratiesport. Niets meer van gehoord. En na Barcelona 1992 werden de demonstratiesporten gewoon afgeschaft. Vanwege geen plaats meer in een overvol programma. Sporten die op de Spelen willen geraken, moet een lang en loodzwaar erkenningsparcours afleggen. En eens erkend, dan sta je nog niet automatisch op het programma.
Om een nieuwe sport in te voeren, moet immers een andere sport “vermoord” worden. En je kan je voorstellen dat elke sport met alle middelen vecht voor zijn olympisch leven. Momenteel lopen de spelen over drie weekends en de twee weken daartussenin. Een extra week zou ruimte bieden voor nieuwe sporten. Maar het IOC wil niet oververzadigen, ze willen hun Spelen exclusief houden.
Het is voor dat IOC dan ook dansen op een slappe koord. Want willen zij, trouw aan de Olympische geest, ervoor zorgen dat ook kleinere sporten om de vier jaar eens uitgebreid in beeld komen, of kiezen ze voor grotere kijkcijfers en dus meer opbrengsten. Snooker bijvoorbeeld, waar de WK-finale jaarlijks in 1,6 miljard huisgezinnen binnenkomt en op 500 miljoen kijkers mag rekenen.
Kijkcijfers
Dan zou darts ook niet misstaan, toch? Als die kijkcijfers tenminste het criterium zouden zijn. Dartsfederaties bestaan in 90 landen, en het spel is toegankelijk voor Jan en alleman. De formule is eveneens snel en tactisch, dus ideaal voor tv, in tegenstelling tot bijvoorbeeld boogschieten. Hoe dan ook, darts doorloopt momenteel de erkenningsprocedure. De WDF heeft een aanvraag ingediend om lid te worden van ARISF (Association of IOC-Recognised International Sports Federations). Dat lidmaatschap is een eerste vereiste om ooit Olympische Sport te worden. Deze langdurige procedure loopt al enkele jaren, en zou eind vorig jaar afgerond moeten zijn, ware het niet dat corona roet in het eten had gegooid.
De weg is nog lang, en de toekomst onzeker. De topdarters hebben in elk geval hun interesse te kennen gegeven. Michael van Gerwen en Gary Anderson hebben gezegd dat ze graag om Olympisch goud zouden strijden. De PDC heeft verklaard dat ze hen niet zullen tegen houden. En het zou darts ten goede komen, vooral de onwetenden die deze fantastische sport vandaag nog niet hebben ontdekt. Kijk maar wat het PDC World Darts Championship op VTM in Vlaanderen teweeg heeft gebracht.
Te veel een cafésport
Maar wil het IOC wel een stel uitgelaten, verklede en zingende gekken op zijn Spelen? Hoort die halfgare groep krankjorum supporters wel op het vierjaarlijkse summum van de sport? Het valt te vrezen van niet, beste dartsliefhebbers.
Ik ben al door een aantal mensen neergesabeld toen ik op VTM had gezegd dat Dimitri Van den Bergh ongelijk had toen hij verklaarde dat darts al lang geen cafésport meer is. Dat is het namelijk wel. Ik blijf dus 100% achter die uitspraak staan. Sta mij toe dit even te verduidelijken.
Hoort die halfgare groep krankjorum supporters wel op het vierjaarlijkse summum van de sport?
Als de term cafésport valt, dan is voor mij het tweede deel van dat woord het meest belangrijke. Het is sport en van kindsbeen af hou ik van ongeveer alles wat sport is. Helaas zijn veel mensen in veel mindere mate in sport geïnteresseerd en als het woord cafésport dan valt, zijn zij geneigd dit enkel en alleen te associëren met een zootje ongeregeld dat zich lam zuipt en net mekaars ogen niet uitgooit met hun dartpijlen. Dat Sint-Pieter hen de toegang moge weigeren en hen enkele jaren naar het Vagevuur stuurt waar zij verplicht de dartsport zullen beoefenen en bij hun weerzien met de concierge van de hemel beschaamd zullen toegeven dat hun oordeel een misplaatst vooroordeel was. En voor ze door de poort binnenwandelen zullen informeren of er blokken hangen van Bulls, Unicorn dan wel Winmau. Iemand die beweert er geweest te zijn, fluisterde mij in dat het borden zijn waar Saint Sebastian op staat. En gouden pijltjes.
Wat ik bedoel met het feit dat darts een cafésport is, is dat we met zijn allen samenkomen om onze sport te beoefenen. Maar ook voor het sociaal contact, om met elkaar te praten, te lachen, te luisteren en achteraf blij naar huis te gaan. En ja, daar kan een bolleke Koninck of een Rodenbach bij horen. Maar net zo goed een biolimonade of een gemberthee.
We zijn, in tegenstelling tot Dancing Dimi, The Hurricane en pakweg The Fox, niet allemaal toonbeelden van trainingsintensiteit en discipline. Maar we houden van onze sport en meer moet dat niet zijn. Wat zou het WK voetbal zijn zonder de miljarden beoefenaars van het amateurvoetbal?
Imagoprobleem
Betreurenswaardig is het dan ook dat darts, niet in het minst bij het Olympische comité, blijft kampen met een imagoprobleem. Alsof er rond elitaire sporten geen alcohol gedronken wordt (tenzij ze champagne daar niet onder klasseren). Darts heeft af te rekenen met een schandaaltje af en toe (hoeveel zware dopinggevallen hebben we de voorbije decennia in de atletiek meegemaakt?) en sommige darters met een beginnend buikje zouden geen toonbeelden van Olympische atleten zijn (al eens gekeken naar een kogelslingeraar, worstelaar of gewichtheffer?).
Ach, ze weten niet wat ze missen, daar in Lausanne op de hoofdzetel van het IOC. Maar moeten wij daar een traan om laten? Wij hebben het WK, de Premier League, tal van prachtige majors en vloertoernooien. Met alle respect, en ik ben zowel fan als kijker van de Olympische Spelen, maar ik denk dat de Spelen in de toekomst darts meer zouden kunnen nodig hebben dan andersom.